Dagelijks archief: maart 16, 2007

Wie schrijft die blijft – Nathaniel Hawthorne

Happiness is like a butterfly which, when pursued, is always beyond our grasp, but, if you will sit down quietly, may alight upon you.

-Nathaniel Hawthorne

Op 16 maart 1850 verscheen The Scarlet Letter van Nathaniel Hawthorne. Deze roman wordt beschouwd als een van de grootste literaire werken van Amerikaanse bodem.
Het verhaal situeert zich – zoals het merendeel van Hawthorne’s romans – in het puriteinse Amerika van de 17de eeuw. Een periode die gekenmerkt werd door autoriteit, onverdraagzaamheid en onderdrukking.

In deze roman worden thema’s behandelt zoals overspel, schuld, schaamte en loyaliteit. De protagoniste, Hester Prynne, wordt na beschuldiging van overspel gebrandmerkt met de letter A (voor Adultery). Zij koos ervoor om deze schandvlek te gebruiken als een teken van schoonheid en individualiteit.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Citaten

Madame Bovary – Deel 3

Hoofdstukken 6 – 11

6. Na een tijdje begint Emma’s verhouding met Léon haar ook te vervelen. Emma begint nu te beseffen dat datgene waarnaar zij op zoek is misschien helemaal niet bestaat. Daarbij groeien de schulden – die Lheureux nu in handen van een bankier heeft gegeven – haar nu tot boven het hoofd. Gerechtelijke actie is onafwendbaar en alles komt in de openbaarheid.
(…) Dat hij (Léon) zich niet aan de afspraak had gehouden, vond zij een belediging, en zij ging na welke redenen zij nog meer had om zich van hem te ontdoen: hij was niet in staat tot iets heroïsch, hij was zwak, banaal, weker dan een vrouw, en bovendien gierig en lafhartig (…) kwam zij toch tot het inzicht dat zij hem had miskend. Maar als wij degenen die wij liefhebben zwartmaken, ontstaat er altijd wel enige verwijdering. Idolen moet men niet aanraken, anders blijft het verguldsel aan de handen kleven.
(…) Dat wat hem (Léon) vroeger bekoorde, beangstige hem nu enigszins. Bovendien kwam hij ertegen in verzet dat haar persoonlijkheid hem met de dag meer ging overheersen. Hij nam Emma deze permanente overwinning kwalijk. Hij probeerde zelfs om niet meer van haar te houden; maar als hij alleen al haar laarsjes hoorde kraken, voelde hij zich zwak worden, zoals dronkaars bij het zien van sterke drank.
(…) Zij kenden elkaar te lang dan dat het bezitten van de ander nog die verwondering met zich meebracht, die de vreugde hondervoudig maakt. Zij was hem net zo beu als hij genoeg had van haar. Emma vond in het overspel alle platvloersheden van het huwelijk terug.

7. Deurwaarders komen de inboedel van de Bovary’s opnemen waarna in het dorp een aanplakbrief verschijnt waarin de openbare verkoop van hun bezittingen wordt aangekondigd. Emma probeert aan geld te komen bij Binet die ze probeert te verleiden, bij de notaris die haar probeert te verleiden. Haar wanhoop is zo groot dat ze zelfs bij Rodolphe aan geld probeert te komen, wat niet lukt.
(…) Zij vertrok dus naar La Huchette zonder te beseffen dat zij zich nu ging overgeven aan datgene wat haar daarnet nog tot razernij had gebracht, want zij was zich in het geheel niet bewust dat zij zich hiermee prostitueerde.

8. Na de afwijzing van Rodolphe neemt Emma een drastisch besluit. Bij Homais slikt ze in het geniep maar in het bijzijn van een radeloze Justin een handvol arsenicum. Thuisgekomen, zonder tekst en uitleg te willen geven, schrijft ze een brief voor de wanhopige Charles die nog altijd niet beseft wat er juist gebeurd is. Na enkele uren doet het vergif zijn werk en begint de gruwelijke doodstrijd. De andere dokters die geroepen werden kunnen niets meer doen. In afwachting van het onafwendbare doen ze zich, o ironie, te goed aan een flinke maaltijd bij Homais. Pastoor Bournisien komt met de ‘laatste sacramenten’.

9. Emma ligt opgebaard. Pastoor Bournisien en Homais houden de dodenwake.

10. De begrafenis van Emma. Het nachtelijke bezoek aan het graf van een ontroostbare Justin.

11. De financiële problemen van Charles. De aankondiging van het huwelijk van Léon. Charles ontdekt de liefdesbrieven van Rodolphe en Léon in de geheime lade van Emma’s bureau. Charles en Rodolphe ontmoeten elkaar toevallig in Rouen en drinken samen een glas bier. De kleine Berthe vindt haar vader dood in de tuin.
(…) Toen alles was verkocht, resteerde er twaalf frank en vijfenzeventig centime, waarmee de reis werd betaald van juffrouw Bovary naar haar grootmoeder. De goede vrouw stierf nog datzelfde jaar; omdat vader Rouault een verlamming had gekeregen belastte een tante zich met haar opvoeding. Dit is een arme vrouw die haar, om de kost te verdienen, naar een katoenspinnerij stuurt.

Einde

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Boeken, Klassiekers