De huismus
Een grote dikke huismus zei:
‘Al dat gefladder is niks voor mij
en dat hippen en kwetteren langs de straat
is iets dat onfatsoenlijk staat.
Dus houd ik het bij mijn luie stoel,
krant bij de hand (pardon, ik bedoel
bij de poot), pijpje aan, kopje thee,
de radio zacht en ’s avonds t.v.
En noemen de andere mussen mij
een dooie huismus, ik blijf er bij:
nergens gezelliger dan thuis, dus:
lang leve (wat heb ik een slááp) de huismus
-Hans Andreus