Blumen sind das Lächeln der Natur. Es geht auch ohne sie, aber nicht so gut.
-Max Reger
Düfte sind die Gefühle der Blumen.
-Heinrich Heine
By plucking her petals, you do not gather the beauty of the flower.
-Rabindranath Tagore
Blumen sind das Lächeln der Natur. Es geht auch ohne sie, aber nicht so gut.
-Max Reger
Düfte sind die Gefühle der Blumen.
-Heinrich Heine
By plucking her petals, you do not gather the beauty of the flower.
-Rabindranath Tagore
Opgeslagen onder Citaten
THE UNCERTAINTY OF THE POET
I am a poet.
I am very fond of bananas.
I am bananas.
I am very fond of a poet.
I am a poet of bananas.
I am very fond.
A fond poet of ‘I am, I am’-
Very bananas.
Fond of ‘Am I bananas?
Am I?’-a very poet.
Bananas of a poet!
Am I fond? Am I very?
Poet bananas! I am.
I am fond of a ‘very.’
I am of very fond bananas.
Am I a poet?
-Wendy Cope (1945- )
Opgeslagen onder Engelstalige literatuur, Humor, Poëzie
“You know you’ve read a good book when you turn the last page and feel a little as if you have lost a friend.”
-Paul Sweeney
Nu op de leestafel: Animal Farm/De boerderij der dieren – George Orwell (1945)
Ik lees zoveel mogelijk de oorspronkelijke Engelse versie – heb toch al enkele keren moeten grinniken 🙂
Opgeslagen onder Citaten, Engelstalige literatuur
Onlangs werd gerapporteerd dat de criminaliteit in 2006 was afgenomen.
Twee vormen bleken echter juist toegenomen te zijn: geweldscriminaliteit en opacriminaliteit. Heel wat kranten namen het woord ‘opacriminaliteit’ op in hun kolommen, waardoor het in één keer algemeen bekend geworden is.
‘Opacriminaliteit’ verwijst naar misdrijven door ouderen, 55-plussers om precies te zijn. Blijkbaar zijn dat al ‘opa’s’.
Naast ‘opacriminaliteit’ bestaat er overigens (nog) geen vrouwelijke variant ‘omacriminaliteit’.
Bron: Taalpost e-magazine
Opgeslagen onder Taaltips
Echtpaar in de Trein
voor Wobke
Met de allerliefste in een trein
kan aangenaam en leerzaam zijn.
De prachtig vormgegeven stoel
geeft allebei een blij gevoel.
Voor ’t verre reisdoel kant en klaar
zit ik dus tegenover haar.
De trein maakt zijn vertrouwd geluid
en zij rijdt vóór-, ik achteruit.
We zien dezelfde dingen wel,
maar ik heel traag en zij heel snel.
Zij kijkt tegen de toekomst aan,
ik zie wat is voorbijgegaan.
Zo is de huwelijkse staat:
de vrouw ziet wat gebeuren gaat,
terwijl de man die naast haar leeft
slechts merkt wat zijn beslag al heeft.
Van nieuw begin naar nieuw begin
rijdt zij de wijde toekomst in,
en ik rij het verleden uit.
En beiden aan dezelfde ruit.
-Willem Wilmink (1936)
Opgeslagen onder Poëzie
In een interview met de auteur Hugo Hamilton voor een Ierse krant – MORE HOMESICK THAN SEASICK – las ik het volgende:
Hugo Hamilton was not allowed to speak English growing up. This served as an inspiriation and motivation for one of Ireland’s most acclaimed fiction writers to begin writing.
The Speckled People (whose working title was More Homesick Than Seasick, taken from the last postcard one of his grandfathers sent from the navy before his death) isn’t just another retelling of a troubled and despaired childhood in Ireland. But rather, it is a poetic, comical, and horrific reflection on Hamilton’s formative years told through a child’s narration, with an underlying of adult analysis and perception.
“My father did everything for family and for his country. He made a lot of sacrifices, but he included us in those sacrifices. He didn’t do that deliberately or wasn’t malicious with his intent, but his crusade injured us, and that was his mistake. He realized that later in life, and apologized for it. At that point, it was almost too late.”
Bron: http://www.gaelicweb.com
Opgeslagen onder Citaten, Engelstalige literatuur
Sproetenkoppen/Hugo Hamilton – Hoofdstukken 21-30
Jack – vader Hamilton gaat héél ver in zijn fanatisme. Hij straft zijn kinderen als ze staan te kijken naar kinderen die in het ‘Engels’ spelen. Kandidaat-vriendjes worden door de vader ondervraagd over hun kennis van de Ierse taal. Wie geen Iers spreekt komt er niet in… Er wordt niet geluisterd naar Engelse liedjes op de radio en dat geldt voor iedereen in huis.
Moeder Irmgard krijgt weer heimwee naar Duitsland. Onkel Ted, de Jezuiet en broer van Jack, stuurt haar Duitse boeken en Duitse krantenartikelen:
Hij schreef haar ook lange brieven in het Duits en zij schreef brieven terug, maar mijn vader zei dat dat afgelopen moest zijn, want hij wilde niet dat Onkel Ted haar beste vriend was, alleen hijzelf. Hij wilde niet dat iemand meer over Duitsland wist of meer boeken las dan hij.
Het gezin Hamilton gaat voor enkele weken naar Duitsland op bezoek bij de zussen van moeder Irmgard. Daar wordt heel wat gediscussieerd over politiek, over Britten, Ieren en Duitsers:
Ze zeiden dat Ierse mensen heel vriendelijk en vrijgevig waren, maar mijn vader zei dat dat kwam doordat ze niet wisten hoe ze iets moesten bezitten en geen geld in hun zak konden houden. Hoe armer je was, hoe vrijgeviger je was, zei hij. Ierse mensen waren zo bang om arm te zijn dat ze al hun geld uitgaven, terwijl Duitse mensen zo bang waren om arm te zijn dat ze elke cent spaarden.
De broertjes Hamilton worden regelmatig lastig gevallen door andere jongens die hen uitmaken voor moffen, nazi’s of Eichmann. Er vallen soms rake klappen. Op een dag kon Franz niet ontkomen en kwam thuis met bloed op zijn gezicht:
Ze (de moeder) pakte wat chocola van het rek om alles beter te maken. Ze zei dat het goed was dat we niet terugvochten want wij zijn geen vuistmensen. Wij zijn de woordmensen en op een dag zullen we ze overhalen. Op een dag zal de zwijgende ontkenning iedereen overhalen.
Toen mijn vader thuiskwam was hij erg kwaad, want niemand mag Franz slaan behalve hij…
Johannes wordt opstandig en is het beu om bij de ‘woordmensen’ te horen. Hij maakt speelgoed stuk, gooit met stenen naar de katten en op een dag gooit hij zelfs een stoel naar zijn moeder. Hij wil bij de vuistmensen horen omdat het saai is om braaf te zijn.
Ondertussen heeft vader Hamilton weer een nieuwe bijverdienste bedacht: bijen houden!
Daarna probeerden we zo Iers mogelijk te zijn.
Franz en Johannes worden voor 3 maanden naar Connemara gestuurd voor een Iers taalbad. Daarna worden ze op een Ierse school geplaatst bij de broeders in Dublin.
Maar dan barst de bom als uitkomt dat Jack in zijn nationalistische ijver stukken heeft geschreven tegen de joden in Ierland:
Daarna was mijn moeder heel erg overstuur en ze deed niet eens de afwas. Ze gebruikte de hele tijd de zwijgende ontkenning. Ze zei tegen Bríd (ondertussen zijn er al 6 kinderen) dat ze terug naar Duitsland ging. Ze zei dat ze haar koffers ging pakken en Bríd zou meenemen naar een plaats waar ze adem kon halen.
Daarna werd er in huis een hoop met de deuren gesmeten.
Ondertussen gebeurt er van alles in de wereld: de Praagse lente, de oorlog in Vietnam, de moord op Martin Luther King. En nu willen ze in Noord-Ierland ook burgerrechten. Nu staat het dagboek van moeder vol foto’s van Russische troepen in Tsjechoslowakije en Britse troepen in Ierland en Amerikaanse troepen in Vietnam:
Mijn moeder zegt dat het niet te geloven is dat ze denken dat ze op die manier mensen de mond kunnen snoeren. Mensen met heimwee dragen een koffer vol woede met zich mee. En dat is het gevaarlijkste ter wereld, koffers vol hulpeloze, verdrietige woede.
Johannes rebelleert van langs om meer en de animositeit tussen vader en zoon laait hoog op. Op zekere dag krijgt Johannes door zijn vader een schotel warme Apfelkompot over zijn hoofd gekieperd:
Maar ik glimlachte, omdat ik wist dat mijn vader de taalstrijd aan het verliezen was. Mijn moeder ruimde alles op en probeerde niet te lachen (…) Maar later zei ze tegen me dat je mensen nooit de hoek in moet drijven. Ze zegt dat er te veel ruzie bij ons thuis is en hoe kan er nu ooit vrede in Ierland komen als wij zo doorgaan?
Johannes loopt weg van huis met een jongen van school en ze brengen de nacht door als daklozen. Daarna laait de woordentwist en de woede weer hoog op. Moeder Irmgard tracht op alle mogelijke manieren de vrede te bewaren maar Johannes blijft tegendraads en aanvaardt het tirannieke gezag van zijn vader niet meer. Op een dag gaat Jack zijn zoon Johannes met zijn vuisten te lijf:
Mijn vader had de taalstrijd verloren en iedereen wist het (…) Hij zegt dat hij fouten gemaakt heeft. Het is niet makkelijk om te zeggen dat je verloren hebt, maar hij kwam op een dag naar me toe en schudde me de hand en zei dat hij wilde dat hij opnieuw kon beginnen want dan zou hij andere fouten maken. Soms is alles verkeerd als je verliest. Als je wint, is alles goed.
Wij zijn de brack-mensen en we hebben meer dan één aktetas. We hebben meer dan één taal en meer dan één geschiedenis. We slapen in het Duits en dromen in het Iers. We lachen in het Iers en we huilen in het Duits. We zwijgen in het Duits en we praten in het Engels. Wij zijn de sproetenkoppen.
Einde
Opgeslagen onder Engelstalige literatuur
Das Fräulein stand am Meere
Und seufzte lang und bang,
Es rührte sie so sehre
Der Sonnenuntergang.
Mein Fräulein! sein Sie munter,
Das ist ein altes Stück;
Hier vorne geht sie unter
Und kehrt von hinten zurück.
-Heinrich Heine (1797-1856)
Opgeslagen onder Poëzie
Opgeslagen onder Literatuurprijzen, Nederlandse literatuur
Hoewel het weerbericht
het weer voorzag
kwam er geen weer meer
na die dag.
-Judith Herzberg (Uit: Strijklicht 1971)
Opgeslagen onder Poëzie
“I find television very educating. Every time somebody turns on the set, I go into the other room and read a book.”
— Groucho Marx
Goede raad… 😉
Sproetenkoppen van Hugo Hamilton is bijna uit…
Op internet vond ik een essay van Hugo Hamilton over zijn boek The Speckled People waarin hij het relaas doet van zijn verwarrende jeugdjaren in een Iers-Duits gezin in Dublin jaren ’50-60′.
(…)In my book The Speckled People, I describe how we had no idea what country we belonged to.
‘You don’t know where you are, or who you are, or what questions to ask.’
We had the Germany that my mother was often homesick for. We had the ancient, Irish Ireland that my father aspired to go back to with such ruthless dedication and self-sacrifice, to the point that he used us as his weapons, his foot soldiers in a language war.
And finally, outside our hall door on the street was a different, far away country, where I could hear the gardener ‘clipping the hedges in English.’ (…)
My mother dressed us in Lederhosen and my father, not to be outdone, bought us Aran sweaters from the west of Ireland. So we were Irish on top and German below. We were ‘the homesick children,’ struggling from a very early age with the idea of identity and conflicting notions of Irish history and German history (…)
Bron: http://www.powells.com
Opgeslagen onder Engelstalige literatuur
Een boerenjaar is een fantastisch goed jaar waarin alles lukt en er goede resultaten worden bereikt. Kortom, een jaar waarin er goed geboerd wordt.
Oorspronkelijk duidde het woord boerenjaar op de resultaten in de landbouw en de veeteelt.
Tegenwoordig wordt het ook in verschillende andere contexten gebruikt, in het bijzonder om te verwijzen naar de uitzonderlijke prestaties van sportlui.
Ook van politici of zelfs van bedrijven wordt er weleens gezegd dat ze een boerenjaar achter de rug hebben.
Bron: Taallink e-magazine
Opgeslagen onder Beeldende kunst, Taaltips
Op 23 april 1616 overleed William Shakespeare. Over zijn geboortedatum is men het oneens, hij werd gedoopt op 26 april 1564 – vandaar dat sommige bronnen ook 23 april aannemen als zijnde zijn geboortedatum – maar dat is puur giswerk!
Bron: Wikipedia
EXPECTATION IS THE ROOT OF ALL HEARTACHE
-William Shakespeare
Opgeslagen onder Citaten, Engelstalige literatuur, Poëzie
Vandaag is het feest – 2 van mijn 3 kleinkinderen verjaren deze maand en dat wordt gevierd!
Ter gelegenheid daarvan dit kinderrijmpje voor Hannes 1 jaar en Saartje 2 jaar – Mathijs wordt 4 in augustus…
Tikke takke tonen
’t varkentje in de bomen,
’t paardje in de haver,
’t koetje in de klaver,
’t schaapje in het groene gras,
’t eendje in de waterplas,
’t visje in het netje,
’t kindje wip! in het bedje.
In een vroegere post citeerde ik Charlotte Brontë ter gelegenheid van haar sterfdag, maar vandaag herinneren we haar geboortedag: 21 april 1816.
“I am no bird; and no net ensnares me; I am a free human being with an independent will . . .”
-Charlotte Brontë
Opgeslagen onder Citaten, Engelstalige literatuur
SPROETENKOPPEN/Hugo Hamilton 10 hoofdstukken en 100 pagina’s verder…
Naarmate het relaas van de kleine Johannes vordert komen we ook meer te weten over de familie en het verleden van zijn ouders.
Zijn moeder Irmgard en haar zussen werden na de dood van hun ouders opgenomen door oom Gerd en zijn vrouw. Oom Gerd was burgemeester in Kempen – hij was een wijs man en genoot veel aanzien. Oom Gerd echter ging niet akkoord met het nazisme en werd uit zijn ambt ontzet. Hij spoorde de meisjes aan om ‘de zwijgende ontkenning’ toe te passen.
Soms is het beter om op je tenen om dingen heen te lopen om problemen te vermijden (…) ‘We zullen de zwijgende ontkenning gebruiken’.
De kleine Johannes is af en toe goed ziek:
Het begon toen we op een dag geholpen hadden de ramen te wassen, eerst met zeep, en toen met proppen krantenpapier die een piepgeluid maakten als wilde honden die ver weg in de heuvels aan het blaffen zijn (…) Daarna was het heel moeilijk om adem te halen, omdat het geluid van de wilde honden in mijn borst was gaan zitten. Ik moest in bed blijven en ze dag en nacht horen janken.
De vader van Johannes probeert naast zijn job bij de elektriciteitsmaatschappij wat extra geld te verdienen – eigen initiatieven die om de haverklap mislukken omdat hij per se zijn Ierse naam gebruikt: het verkopen van handgesneden houten kruisen uit Oberammergau, feestartikelen uit Duitsland en zelfgemaakte houten wagentjes.
(…) Maar mijn vader zegt dat er geen compromis kan zijn. Het is moeilijk voor de handel, maar je kunt geen verraad aan je eigen naam plegen, want als de cheque voor Hamilton is uitgeschreven, stuurt hij hem terug en accepteert hem pas als hij in het Iers betaald wordt.
Johannes op school:
De meester zegt dat ik een dromer ben (…) Hij zegt dat ik altijd ergens anders heen verdwijn. Hij zou willen dat hij mijn hoofd kon vastbinden, maar dat is onmogelijk, want wat er ook gebeurt, je bent altijd vrij om in je eigen hoofd overal heen te gaan waar je maar wilt.
Het uittreksel wat volgt is eigenlijk de rode draad in de memoires van Hugo Hamilton en een korte samenvatting van de problemen waarmee Johannes tijdens zijn kinderjaren te kampen had die hem tevens getekend hebben voor de rest van zijn leven:
Ik weet dat mensen ons gezin uitlachen. Ik weet dat we rare mensen zijn omdat we geen Engels spreken als we zitten te eten en op de granieten trappen voor het huis met autootjes spelen (…) We zijn raar omdat we Duits zijn en mijn moeder gewoon de deuren dichtdoet en steeds weer hetzelfde zegt en iedereen vertelt dat het niet goed is om te winnen en dat het beter is om net doen alsof pijn niet bestaan en niemand je kan dwingen te glimlachten en dat je de zwijgende ontkenning moet blijven zeggen. Op straat schaam ik me omdat ze weten dat ik met de stok om mijn achterste heb gehad en ik geen Engels mag spreken. Mijn vader zegt dat we niet om de mensen buiten geven, omdat we ze zullen laten zien hoe je Iers moet zijn. We moeten zo Iers mogelijk zijn en een offer brengen.
Wordt vervolgd…
Opgeslagen onder Engelstalige literatuur
Fluitenkruid (detail)
Via de media bereikt ons alleen maar het ‘slechte nieuws’ van oorlog, zinloos geweld en mensonwaardige toestanden. Vaak vergeten we dat er ook nog mooie dingen te beleven en te zien zijn in de wereld romdom ons. Daarom dit gedicht van Han Hoekstra – leer het uit het hoofd en ’s avonds vooraleer te slapen, reciteer het dan – het doet wonderen! 😉
De wonderen zijn de wereld nog niet uit,
maar of dat waar is moet je zelf ontdekken.
Misschien wel aan de trekvogels die trekken,
of aan de klimroos, of het fluitenkruid,
of aan het vliegtuig, sneller dan ’t geluid,
aan de giraffen met hun lange nekken.
De wonderen zijn de wereld nog niet uit,
Ontdek het maar en zoek op alle plekken,
de sterrenpracht, je hand, je eigen huid,
de dorre boom waaraan het twijgje ontspruit,
de zon die uit de regen kleur kan wekken.
Luister en kijk! Ontdek wat het beduidt:
De wonderen zijn de wereld nog niet uit.
(Han Hoekstra)
Opgeslagen onder Poëzie
“When you sit with a nice girl for two hours, it seems like two minutes. When you sit on a hot stove for two minutes, it seems like two hours – that’s relativity.”
( Albert Einstein)