Maandelijks archief: juni 2007

Eén enkele roos…

Laatste dag van juni, laatste rozen-bijdrage – en nogmaals heb ik gekozen voor een een korte passage uit ‘Le petit Prince’ van Antoine de Saint-Exupéry. Een parel van een boekje dat je moet gelezen hebben.

‘Bij jou kweken de mensen vijfduizend rozen in één tuin,’ zei het prinsje en ze vinden daarin niet wat ze zoeken.
‘Nee, dat vinden ze niet,’ antwoordde ik.
‘En toch zouden ze kunnen vinden wat ze zoeken in één enkele roos of in een beetje water.’
‘Ja, dat is zo,’ antwoordde ik.
En het prinsje voegde eraan toe:
‘Maar ogen zijn blind. Met het hart moet men zoeken.’

Uit: De Kleine Prins – Antoine de Saint-Exupéry

1 reactie

Opgeslagen onder Citaten, Franse literatuur, Klassiekers

Een prinselijke roos

“Alle tijd die je aan je roos besteed hebt,
maakt je roos zo belangrijk.”

(Uit: De Kleine Prins, Antoine de Saint-Exupéry)

2 reacties

Opgeslagen onder Citaten, Franse literatuur, Klassiekers

Le Petit Prince

lepetitprince_antoinedesaintexupery.jpg“Men ziet slechts goed met het hart. Het echt belangrijke kan men met de ogen niet zien.”
Antoine de Saint-Exupéry
Frans schrijver en beroepspiloot (29 juni 1900-31 juli 1944)
Uit: Le Petit Prince

5 reacties

Opgeslagen onder Citaten, Franse literatuur, Klassiekers

De laatste roos

De laatste roos van 2007 hebben we nog niet gehad – daarvoor is het gelukkig nog te vroeg. Doch juni, de rozenmaand, loopt op zijn einde. Daarom volgend mooi gedicht – of beter gezegd – een verhaal in dichtvorm.

DE ROOS EN HAAR BLAADJES

Een laatste roos bloeide, omdat
zij daartoe nog zes blaadjes had.
Die zaten samen, bol en bloot
en van de koude donkerrood.
De platte bladeren der platanen
hingen reeds neer om los te gaan en
gingen los, en zwierden neer.
Ook reeds in zonnig windstil weer.
Neer ook moesten na een poos
twee blaadjes van de late roos.
Zo bloeide zij geluidloos door.
Daar had zij nog vier blaadjes voor.
Zo gestorven als maar kon
stond hoog, diep gras nog in de zon.
Toen knakte het en raakte langzaam
de aarde als met één wang.
De roos raakte tegelijkertijd
twee blaadjes, een, twee blaadjes kwijt.
Ze lagen plotseling gezond
maar dood beneden op de grond.
De dagen werden kort, vergeeld.
Slechts in de huizen werd gespeeld.
De roos, nu bijna menselijk oud,
bloeide nog, maar innig koud.
Twee vlekjes rood en een buikje groen
daar kon zij het blijkbaar ook mee doen.
De sneeuw viel. In de verte snel,
vlakbij zweefde hij evenwel.
De roos ook sneeuwde levensgroot
met haar twee blaadjes. Een. Twee. Rood.
Ach, dacht zij, nu heb ik dus niets.
Toen bloeide zij maar zonder iets.

Moraal
Wie het bloeien heeft verleerd
Doet zeer waarschijnlijk iets verkeerd.

-Leo VROMAN, Gedichten 1946-1984, Querido, 1986

4 reacties

Opgeslagen onder Flora, Nederlandse literatuur, Parabels, Poëzie

Woord van de week – FOETICIDE

foetus-15semaines1.jpg
In Zuid-Azië, West-Azië en China is selectieve foeticide een groeiende praktijk.
Vrouwelijke foetussen worden er vaak weggenomen, omdat meisjes na hun huwelijk bij de familie van de echtgenoot horen en daarom door de eigen familie als een last worden beschouwd.
Foeticide is een minder neutraal woord dan abortus. Het gaat terug op de Latijnse woorden foetus (‘onvoldragen menselijke of dierlijke vrucht’) en caedere (‘doden’).
Vergelijkbare woorden zijn: genocide (‘volkerenmoord’), infanticide (‘het doden van pasgeboren kinderen’).

Bron: Taallink 86 e-zine

5 reacties

Opgeslagen onder Actueel, Leven, Taal, Taaltips

Verdronken verleden – Peter Robinson

90229880071.jpg
Tijdens een lange, hete zomer komt Thornfield Reservoir droog te staan, waardoor het dorp Hobb’s End aan de vergetelheid wordt onttrokken. Vijftig jaar geleden verdween het onder de waterspiegel toen het meer werd aangelegd. Samen met Hobb’s End komt echter ook een lang bewaard geheim boven water. Tussen de ruïnes wordt het skelet van een jonge vrouw ontdekt, een vrouw die blijkt te zijn vermoord.
Inspecteur Alan Banks wordt naar Hobb’s End gestuurd om de zaak te onderzoeken. Samen met brigadier Annie Cabot probeert hij de identiteit van het slachtoffer te achterhalen, maar de aanwijzingen zijn schaars. Stukje bij beetje vormt Banks zich een beeld van de laatste jaren die deze jonge, vrijgevochten vrouw doorbracht in Hobb’s End. Eén vraag blijft hem bezighouden: waarom heeft niemand de vrouw ooit als vermist opgegeven?

(tekst op de achterflap)

Deze thriller is opnieuw een schot in de roos met inspecteur Alan Banks in de hoofdrol. De enigszins zwaarmoedige inspecteur die van klassieke muziek en poëzie houdt. Bij het oplossen van een misdaad schijnbaar gepleegd tijdens WOII zet hij zich voor 100% in. Zelfs al zijn de feiten 50 jaar oud – graaft hij toch tot op de bodem tot de waarheid boven water komt (in dit geval nog letterlijk ook!). Dat is hij het slachtoffer verschuldigd.
Het decor is weerom de Dales in Yorkshire – de gedroomde locatie voor een spannend verhaal met een verrassende ontknoping.
Als je het mij vraagt is het ideale vakantielectuur, vooral als het zo blijft regenen. Dus, allen naar de bib… en veel leesgenot!

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Boeken, Engelstalige literatuur, Varia

De tuin van Eden

23-24 juni 2007 Open Tuinenweekend in Vlaanderen.
Gisterennamiddag trok ik met echtgenoot Eric, mijn trouwe chauffeur, naar Ichtegem – naar de tuin van Menck.
http://menck.wordpress.com

Gezien de weersomstandigheden was ik tot op de tand gewapend met paraplu en warme trui – een mens moet op alles voorbereid zijn, nietwaar? Maar hoe geraak je in godsnaam in Ichtegem? Ik had een plannetje uitgeprint van Internet, Routeplanner, 45 km van bij ons in Gullegem richting Torhout. Na bewezen te hebben dat ik toch enigszins kan kaartlezen kwamen wij heelhuids toe in de Zandstraat alwaar ik Menck onmiddellijk zag zitten bij de ‘entree’! Menck begroette ons beleefd met een ‘goeiendag’ waarna ik mij voorstelde als Annemie van ‘den blog’.
‘Allez, het is niet waar’, repliceerde hij, waarna ik wapperde met het uitgeprinte toegangsbiljet!
‘Toch wel’, antwoordde ik!

In een mum van tijd stonden wij met z’n drieën gezellig te keuvelen over koetjes en kalfjes, tuinen en bloggen, uiteraard. Zo gemoedelijk alsof we elkaar reeds jaren kenden! Ah, dat gaf toch een goed gevoel om iemand uit het bloggersmilieu te zien en te spreken!
‘Ik ga een foto nemen’, zei hij, ‘loop niet weg’, maande hij mij terwijl hij zich haastte om zijn fototoestel te halen!
‘Ik ben niet fotogeniek’, was mijn flauwe repliek maar ik liet mij toch kieken! En ik moet eerlijk toegeven dat het resultaat goed is – volgens mijn normen toch. Dankuwel, Menck – mooi gedaan, want ik heb weinig geslaagde foto’s van mezelf. Nu sta ik te pronken op zijn blog, hmm!

Maar we hadden het over tuinen toch! Ik kan alleen maar zeggen dat mijn echtgenoot en ik aangenaam verrast waren! Een mooie ‘wilde tuin’ – sorry voor de uitdrukking, Menck – maar als dat van ons komt is dat een compliment! Gecultiveerde en wilde planten broederlijk naast en door elkaar. De kleuren mooi op elkaar afgestemd! Aangename en verrassende afwisseling van gezellige en lommerrijke zithoekjes, twee mooie vijvertjes waarvan een met prachtige waterlelies en het andere ‘naturel’ bedekt met kroos en lis. Tussen het groen een ‘volière’ en daaronder zich geen donder aantrekkend van het bezoek de kat(er)? Plumeau…

Ik heb de ‘vermaledijde klimop’ gezien langs de topgevel waarom zoveel te doen was omwille van Menck’s hoogtevrees. Ik zou zeggen : niet wegdoen! Het gezellige huis volledig in het groen verborgen met de nodige decoratieve attributen die nu eenmaal in een mooie tuin thuishoren. We hebben een babbeltje gemaakt met de ‘madam’ van Menck, zoals hij zijn vrouwtje pleegt te noemen in zijn blog. Zij deelt de passie van Menck. Hun tuin is hun levenswerk en hobby. Al hun vrije tijd gaat erin – dat kan ook niet anders en het resultaat mag gezien zijn. Ik zou zeggen, allen daarheen, maar tegen dat jullie mijn bericht lezen is het Open Tuinenweekend voorbij! Volgend jaar dan… ik zie er nu al naar uit!

Nadat we, denk ik toch, alles gezien hadden nog een babbeltje gemaakt met de trotse eigenaar van deze mooie tuin. Gemoedelijk, over tuinieren, het slechte weer, foto’s maken en bloggen…
De tent stond vervaarlijk te klapperen in de strakke wind maar bleef gelukkig overeind! Wij hebben geen regen gehad gisterennamiddag.
Ik had het voorrecht kennis te maken met een sympathieke gast en getalenteerde tuinier, een gemoedelijke babbelaar, die tevens ‘een vlotte pen heeft’! Deze morgen, voor dag en dauw, stond er reeds een mooi artikel op zijn blog over de eerste dag van de Open Tuinen…
Bedankt Menck…en tot volgend jaar – in jullie tuin!
Tot héél binnenkort op ‘den blog’

11 reacties

Opgeslagen onder Actueel, Flora, Leven, Varia

Twee rode rozen

abba7fa0.jpg
Give her two red roses, each with a note.
The first note says “For the woman I love”,
and the second, “For my best friend”.

-Unknown

4 reacties

Opgeslagen onder Citaten, Flora, Leven, Varia

Een kwestie van begrijpen

« Comprendre : toujours comprendre. Moi je ne veux pas comprendre »

-Jean Anouilh
Frans toneelschrijver (23 juni 1910 – 3 oktober 1987)

1 reactie

Opgeslagen onder Citaten, Franse literatuur, Leven

Woord van de week – TILNORM

Deze maand kreeg het woord ‘tilnorm’, dat al enige tijd in onze taal circuleerde, arbeidsrechtelijk handen en voeten. In Nederland is namelijk overeengekomen dat werknemers op het werk geen voorwerpen of bijvoorbeeld patiënten mogen tillen van meer dan 23 kilo. De maatregel is bedoeld om beroepsziekten tengevolge van fysieke overbelasting tegen te gaan.
Het gewicht dat mensen thuis maximaal mogen optillen – kind, echtgenote of koelkast – wordt voorlopig niet bij wet geregeld. 🙄

De wettelijke invoering van de tilnorm leidt inmiddels al tot uitbreiding van onze taal met andere woorden, zoals ‘tilrobot’, een slim karretje (het kan zelfs traplopen) waarop zware lasten vervoerd kunnen worden.

Bron: Taalpost 679 e-zine

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Actueel, Leven, Taal, Taaltips

Mark Twain on Summer

Zomer: De periode waarin het te warm is om te doen waarvoor het in de winter te koud was.
-Mark Twain

2 reacties

Opgeslagen onder Actueel, Citaten, Leven

De ‘blues’ van Hortense

74-20070613-d73906.jpg

7 reacties

Opgeslagen onder Actueel, Flora, Varia

Gewoonte is een naar ding

“De gewoonte is een naar ding: zij ketent ons zelfs aan hetgeen wij haten.”

-Franz Grillparzer
Oostenrijkse dichter 1791-1872

2 reacties

Opgeslagen onder Citaten, Duitse literatuur, Leven

Het psalmenoproer – Maarten ’t Hart

9029564083.jpg
Maarten ’t Hart brengt in Het psalmenoproer, zijn eerste historische roman, een fascinerende en grotendeels vergeten periode uit de Nederlandse vaderlandse geschiedenis tot leven.

In de roman wordt het levensverhaal verteld van een kleine reder – Roemer Stroombreker – die in zijn leven één faux pas begaat, waardoor hij betrokken raakt bij het psalmenoproer, een opstand van `verpauperde luyden’ tegen `voorname meesters’. En passant wordt ook een scherp beeld geschetst van de neergang der beug- en haringvisserij, uitmondend in de historische audiëntie van Maassluise vissers bij Napoleon in oktober 1811.

In 1773 werd er in de gereformeerde kerken in Nederland ter vervanging van de eeuwenlang gezongen psalmberijming van Petrus Datheen een nieuwe berijming ingevoerd. Er was verzet, maar niet grootschalig. Anders werd dat toen men ook de wijze waarop de psalmen gezongen werden, wilde reformeren. Het was gebruikelijk de psalmen uiterst langzaam te vertolken; kerkgangers mochten zelf versieringen aanbrengen en vrijelijk uithalen toevoegen of eindnoten lang aanhouden. Deze zogenaamde lange zingtrant wilde men vervangen door een korte.
Overal in Nederland sloeg de vlam in de pan. Dominees werden met stoven bekogeld, kerkvoogden bedreigd. In Zeeland kwam het tot ernstige ongeregeldheden, maar de grootste psalmenoproeren deden zich voor in Vlaardingen en vooral in Maassluis. Uiteindelijk moest de baljuw van Delft er met een troepenmacht aan te pas komen om daar de orde te herstellen.
(tekst op de achterflap)

In de verantwoording zegt Maarten ’t Hart dat het zijn “streven was een documentaire roman te schrijven met een zo nauwgezet en accuraat mogelijk verslag van de gebeurtenissen in Maassluis in 1775 en 1776 en de jaren daarna.”
Het wilde bovendien een beeld schetsen van “het wel en vooral het wee der visserij” in die dagen. Daarom heeft hij in zijn roman hier en daar uitvoerig geciteerd uit bestaande bronnen. Vrijwel alle personen in deze roman zijn historische figuren waarvan de namen niet veranderd zijn.

Ofschoon het toenmalige nogal plechtstatige taalgebruik de leesbaarheid van zulke citaten niet bevordert, heb ik ervoor gekozen ze niet om te zetten in hedendaags Nederlands. Ze geven de sfeer van die tijd. Bovendien heb ik een groot zwak voor dat ouderwetse taalgebruik.

Omwille van het documentaire karakter van zijn roman is hij zo dicht mogelijk bij de deftige spreektaal van toen gebleven, met als gevolg een gezwollen proza met veel Franse uitdrukkingen erin.

Bij een eerste poging om het boek te lezen gaf ik er al vlug de brui aan – omwille van het taalgebruik. Na nog enkele lovende recensies gelezen en gehoord te hebben kon ik het niet laten nog een poging te wagen om alsnog de roman te lezen. En ik moet eerlijk toegeven dat het mij buitengewoon goed bevallen is – een van de betere boeken die ik in de afgelopen maanden gelezen heb. De taal en ook het verhaal hebben mij aangenaam verrast en bekoord.
Wil je weten wat hazengrauw, smuigerdje, prikkenbijter, buis en hoeker betekenen? Lees ‘Het psalmenoproer’ – maar dan met de driedelige Van Dale erbij!
Veel leesgenot…

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Boeken, Geschiedenis, Nederlandse literatuur, Taal

Alleen in een klein huis – Judith Herzberg

Alleen in een klein huis kan je
Behoorlijk denken
de muren zijn dichtbij genoeg
weren de regen met gesneden voegen
die regen moet je kunnen horen
het dak lekt op bekende plekken
daar heb je plastic neergelegd
emmers gezet, als er een raam is
zelfs een plant, alleen
in een klein huis
kan je behoorlijk denken.

-Judith Herzberg
Uit: Zoals, Amsterdam 1992

4 reacties

Opgeslagen onder Actueel, Leven, Poëzie, Taal

Woord van de week – ZOMERVERLIES

Tijdens de lange zomervakantie vergeten kinderen veel van wat ze op school geleerd hebben. Door dit zomerverlies is een deel van de leerwinst die ze in juni hadden geboekt, in september alweer verdwenen.
Het gaat niet alleen om hun kennis van bijvoorbeeld taal en wiskunde, maar ook om sociale vaardigheden en vertrouwdheid met de schoolse gebruiken.
Om het zomerverlies goed te maken, moeten leerkrachten in de eerste weken van het nieuwe schooljaar veel tijd stoppen in de herhaling van oude leerstof.

Bron: Taallink 85 e-zine

3 reacties

Opgeslagen onder Actueel, Leven, Taal, Taaltips

De witte roos

taf00025.jpg
In het leven van Rainer-Maria Rilke, die zelf van de mooiste rozengedichten uit de wereldliteratuur geschreven heeft, komt ook een heel sprekende scène voor: de scène met de witte roos…

Gedurende zijn verblijf in Parijs kwam Rilke geregeld, samen met een jonge Française, voorbij aan een plaats waar een vrouw zat te bedelen. Zonder ooit op te zien naar iemand die bereid was iets te geven, zonder een ander teken van vraag of dank te tonen dan het uitstrekken van de hand, zat de vrouw daar altijd op dezelfde plaats. Rilke gaf nooit wat, zijn gezellin gaf vaak een geldstuk. Op een dag vroeg de Française verwonderd waarom hij nooit iets gaf aan die vrouw. Daarop zei Rilke: ‘We moeten iets geven voor haar hart, niet voor haar hand’.
Enkele dagen later bracht Rilke een pas ontloken witte roos mee, legde die in de open hand van de bedelende vrouw en wilde verder gaan. De vrouw keek op, zag de gever, stond moeizaam op van de grond, tastte naar de hand van de vreemde man, kuste ze en ging weg met de roos.

Een week lang daagde de vrouw niet op; de plaats waar ze tevoren altijd zat, bleef leeg. De Française vroeg zich af wie nu wel aalmoezen gaf aan het vrouwtje. Na acht dagen zag zij haar weer op haar gewone plaats. Zonder een woord te spreken zat ze daar weer als tevoren, met haar hand uitgestrekt. ‘Maar, waar heeft zij al die dagen van geleefd dat ze niets heeft gekregen?’, vroeg ze zich af. Waarop Rilke antwoordde: ‘Van de roos…’

3 reacties

Opgeslagen onder Duitse literatuur, Flora, Leven, Parabels

Kahlil Gibran on roses

“The optimist sees the rose and not its thorns;
the pessimist stares at the thorns, oblivious to the rose

-Kahlil Gibran

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Citaten, Flora

Woord van de week – TWITTEREN

‘Twitteren’ (ik twitter, jij twittert, wij hebben getwitterd) is afgeleid van ‘Twitter’, de naam van een website waarvan de leden ultrakorte berichten met elkaar kunnen uitwisselen – vooral mededelingen over wat ze op dat moment aan het doen zijn. Dit wordt ook wel microbloggen (ik microblog, jij microblogt, wij hebben gemicroblogd) genoemd. Het microbloggen vindt plaats op een microblog.

Twitter is een mobiel microblog, wat onder meer betekent dat de twitterberichten (‘twittertjes’) als sms-bericht naar het microblog kunnen worden gestuurd – waar collega-twitteraars ze kunnen lezen en zo op de hoogte kunnen blijven van het reilen en zeilen van de verstuurder.

Bron: Taalpost 677 e-zine

5 reacties

Opgeslagen onder Actueel, Taal, Taaltips, Varia

Het kind – Hanny Michaelis

AMSTERDAM – De dichteres Hanny Michaelis is maandagavond overleden. Ze was 84 jaar.

Michaelis publiceerde zes bundels, waarvan de laatste verscheen in 1971. Ze werd onderscheiden met diverse prijzen. De oorlog, waarin zij haar beide ouders verloor, drukte een groot stempel op haar werk.

Hanny Michaelis was van 1948 tot 1959 getrouwd met Gerard Reve. Het huwelijk liep spaak door diens homoseksualiteit, maar de twee bleven goed bevriend. Naar joodse traditie is Hanny Michaelis dinsdag al begraven. Volgende week woensdag wordt in museum De Burcht een herdenkingsbijeenkomst gehouden.
Bron:Het Parool, 12-06-2007

***

Het kind

Sedert de droomspin mij omspon
met duizend parelende webben,
zie ik hem spelen in de zon,-
het kind dat wij nooit zullen hebben.

Zijn ogen die het zonlicht vangen,
zijn klaar en helder als kristal
en onvertroebeld door verlangen:
ogen van voor de zondeval.

Hij glimlacht schuldeloos en wijs.
Zijn vogelstem streelt licht mijn oren.
Zijn wereld is het paradijs,
want hij is rein en ongeboren.

Ik mag mijn armen niet uitstrekken,
hem smekend met ons mee te gaan.
Waarom ook zouden wij hem wekken
tot een ontluisterd, aards bestaan?

Nimmer zal hij behoren bij
de uitgebloeiden, de verdorden
en nimmer lijden zoals wij
die nooit zijn ouders zullen worden.

-Hanny Michaelis (1922)

Uit: ‘Klein voorspel’ (1949)
Uitgever: Meulenhoff

Bron: Meander Klassiekers

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Actueel, Nederlandse literatuur, Poëzie